Kleuren mengen! Maar eerst zetten we pure verfstrepen op papier. Probeer maar eens: een felrode streep, kwast goed schoonmaken (en een beetje droog), een felblauwe streep, gele streep.

En dan gaat het grote mengen beginnen… dat mag op je palet, of op het papier. Houd op je palet altijd een beetje ‘schoon’ rood, geel en blauw over om steeds weer nieuwe kleuren te maken.

Wat gebeurt er als je alle kleuren door elkaar schildert? Welke kleur houd je dan over?

Wat krijg je als je blauw met geel mengt? Rood met geel? Rood met blauw? En wat als je een beetje rood neemt en heel veel geel en heel veel blauw? Maakt het uit of je eerst de rood doet en dan geel, of andersom?

Nu nog een stapje moeilijker. Als je wit door de kleuren mengt, wat gebeurt er dan? Of een heel klein tipje zwart? Kun jij je lievelingskleur mengen? Of heb je meerdere lievelingskleuren (zoals ik..)?

Als je kleuren hebt uitgevonden die je mooi vindt, kun je daar een schilderij mee maken!

Tekenen en vegen met houtskool! Houtskool is een stukje verbrand hout, daar schilderden de oermensen al mee. Maar nu kun je ook staafjes houtskool in de winkel kopen. Daar kun je nog steeds heel mooi mee tekenen!

Hoe teken je de wind? Kun je de wind zien? Kijk maar eens goed om je heen als het waait – of naar buiten als je in het ziekenhuis bent. Waait het? En waaraan kun je dat zien?

Met je stukje houtskool en je vingers kun je de wervelende wind tekenen. De wapperende haren van een Afghaanse windhond, of de takken van de boom die helemaal doorbuigt. En soms zie je de blaadjes meegeblazen worden, of opstuivend zand.

Met je vingers kun je de wervels nog mooier vegen, met natte vingers maak je het echt een wervelstorm. Probeer het maar uit, met donker en licht, dikke en dunne strepen, rechte en cirkelende lijnen. Voel je de wind op je papier?

Nu komt de gum in actie. Maak een puntje van je kneedgum of gebruik de scherpe rand van je gewone gum: daarmee kun je ook lijnen en vlakken tekenen in het zwart!

Tip De kunst is om te stoppen als je tevreden bent. Maar als je te ver doorgegaan bent en je bent niet meer tevreden, dan begin je gewoon meer met schoon nieuw papier.

Je kunt hiervoor het best een groot stuk tafel of een vierkante meter op de grond vrij maken. Leg het donkere laken of vel papier daarop.

Van het langwerpige stukje stevig papier kun je een trechtertje maken. Dan rol je het op tot een puntzakje (zoals een zak friet), met bij het puntje een klein gat, iets kleiner dan je vingertop. Je kunt de trechter vast plakken met lijm of plakband.

Je vult de puntzak met zand, terwijl je het onderste gaatje dicht houdt met je vinger. Boven het papier ga je nu tekenbewegingen maken met je puntzak: als je een beetje lekker aan het rondzwaaien bent, haal je je vinger van het gaatje en spuit het zand als een verfstreep op het papier. Laat maar lekker stromen en probeer het maar een beetje uit: als je morst, kun je het zand weer opvegen.

Als je tevreden bent met de zandtekening, kun je hem versieren met schelpen. Maak er een foto van. Dan veeg je het zand en de schelpen weer op en maak je een nieuw zandkunstwerk!

Tip als je een eeuwig kunstwerk wilt maken, kun je eerst een tekening maken met lijm, en daarna het zand erop strooien.

Stel, je ziet een wonderbaarlijk mooie vlinder. Of een gek insect met allerlei rare tentakels en poten. Waar begin je dan met tekenen?
Kijk eens of je een patroon kunt ontdekken. Sommige vlinders hebben stippen op hun vleugels, dat lijken net ogen. En je ontdekt vast overal strepen en lijnen en vakjes - op het lijf en de vleugels van insecten. Maak eerst ongeveer de vorm (de omtrek) van de vleugel of het lijf, het hoeft niet zo precies te zijn. En dan probeer je daarbinnen de vormen, lijnen en kleuren te tekenen die je ziet - en als het niet helemaal klopt? Dan ontwerp je gewoon je eigen insect of vlinder. Wie weet dat nou? Alleen jij!

In de herfst vind je ze overal: bladeren die van de bomen gewaaid zijn! Kijk maar eens goed om je heen. Herken je aan het blad van welke boom het naar beneden kwam zeilen?

Voor deze oefening heb je bijna niets nodig: een paar mooie bladeren, witte verf en een dun kwastje. Probeer de nerven (zichtbare lijnen) op het blad eens over te trekken, misschien ontstaat er een mooie tekening. Of je tekent er stippen of strepen bij. Of je volgt de buitenrand van het blad met je kwast. 

Een prachtig resultaat gegarandeerd!

Wat is jouw lievelingsdier?

Daar heb je vast een mooie foto van. Zoek anders een mooi plaatje van je lievelingsdier op google images. Kijk goed naar de details: wat maakt jouw lievelingsdier nou zo mooi, schattig of grappig? 
Mijn lievelingsdier is de luiaard. Hij doet altijd zo relaxed en hij lijkt vriendelijk te lachten. En die armen.. die zijn zo ongelofelijk lang! Ik zou best graag een luiaard willen zijn. Lekker de hele dag blaadjes kauwen en rondhangen... ik zou hem sowieso hangend aan een boom tekenen, en die lach proberen te vangen in mijn tekening. Hoe is dat voor jouw dier? Een paard in galop, een kat die bovenop een bewegend ding springt? Ik ben benieuwd!

Kun jij ook zulke gekke capriolen uithalen? En heb je weleens goed gekeken hoe alle armen en benen dan alle kanten uit zwaaien? Hoe teken je dat eigenlijk? Met houtskool of Oost-Indische inkt kun je mooie rechte en vloeiende lijnen tekenen. Maak maar eens een foto van iemand die op zijn kop probeert te staan, of zoek een leuke foto van spelende kinderen of sportende grote mensen uit. Kijk goed naar de lijnen van de armen, benen, handen, voeten en haren... je schiet vast ene paar keer uit, maar oefening baart kunst - gewoon ene heleboel keer proberen. Er zit vast uiteindelijk een hele mooie tekening tussen. Ik ben benieuwd!